Expertisedomeinen
Onze expertise situeert zich voornamelijk in drie domeinen, met name:
– de paleografie of het onderzoek van middeleeuws schrift en het gebruik daarvan in boeken en archiefstukken;
– de codicologie of het onderzoek naar alle aspecten van middeleeuwse literaire en niet-literaire handschriften (boeken); en
– de diplomatiek of het onderzoek naar alle aspecten van archivalische bronnen als oorkonden, rekeningen, registers en andere administratief-bestuurlijke bronnen.
Bij de paleografie van boek- en oorkondeschrift zijn inbegrepen de studie naar de typologie en het gebruik van abbreviaturen of verkortingen, tekststructurering, leestekens (interpunctie en grafische onderscheidingstekens), vormen van correctie en andere schrijfconventies, alsook de praktijk van de editiewetenschap.
De codicologie van het boek (handschrift, codex) omvat de studie van de vervaardiging en het gebruik van tekstdragers (perkament, papier en watermerken), van schrijfinstrumenten en schrijftechnieken (pennen, inkten, kleurstoffen), van de tekstuele en materiële aspecten van het boek (formaat, mise-en-page, samenstelling en structuur) en de manier waarop het schrijfwerk was georganiseerd (kopiëren, corrigeren, rubriceren, decoreren, illustreren). Ook de studie en het gebruik van verschillende vormen van omslagen en banden waarmee het binnenwerk werd beschermd (covers) maakt deel uit van de codicologie.
De diplomatiek (oorkondeleer) onderzoekt de totstandkoming, vorm en overlevering van oorkonden en aanverwante archivalische bronnen met als doel meer inzicht te krijgen in processen van administratief-bestuurlijke verschriftelijking en (proto-)bureaucratisering, maar ook van de manier waarop men het dagelijkse leven in de middeleeuwen trachtte te organiseren en te reguleren. De bronnen worden zowel op tekstueel (taal, opbouw van de tekst, inhoud en discours), materieel (vorm, schrift, valideringstekens zoals zegels) als typologisch vlak bestudeerd.
Interdisciplinariteit
Deze drie methodologische benaderingen van de middeleeuwse schriftcultuur zijn op zichzelf staande disciplines, maar worden steeds in dialoog met elkaar en met andere aanverwante (hulp)wetenschappen toegepast, waaronder de chronologie of tijdrekenkunde, de kunstwetenschappen, de filologie, de linguïstiek, de rechtsgeschiedenis, enzovoort. Dit is noodzakelijk, want een literair handschrift kan bijvoorbeeld ook afschriften van oorkonden bevatten; rekeningen, kopieën van oorkonden en andere administratieve oplijstingen werden vaak neergepend in een gebonden handschrift (cartularium, register); en boekschrift werd net zo goed aangewend voor oorkonden, terwijl cursiefschrift ook gebruikelijk was voor randaantekeningen bij literaire teksten. Zeker wanneer bijvoorbeeld onderzoek wordt verricht naar het ontstaan en de werking van middeleeuwse schrijfcentra (een abdijscriptorium, een stedelijke boekproducent, een vorstelijke kanselarij, een stedelijke secretarie) vloeien al deze disciplines samen in een veelzijdig perspectief.
Vragen?
Ben je op professioneel vlak of als amateur geboeid door middeleeuwse bronnen en heb je een vraag die verband houdt met één of meer van de bovenstaande domeinen, dan kan je bij ons terecht voor toelichting of advies. Neem hiervoor contact op met ons via deze link.
